Rederij Doeksen is een familiebedrijf, opgericht door mannen die hun brood op zee verdienden met schelpen zuigen, slepen en bergen. Het waren mannen met visie, die niet bang waren risico’s te nemen om te groeien. Ze liepen voorop in hun keuze in schepen, lieten die vaak naar hun eigen inzichten bouwen en voorzagen ze van de state-of-the-art-techniek van dat moment.

In de jaren twintig werd ook de passagiersdienst van en naar Terschelling en Vlieland interessant en vanaf dat moment onderhouden we een betrouwbare dienstregeling naar deze waddeneilanden. Nog steeds met moderne schepen, voorzien van innovatieve toepassingen. Graag nemen we u mee langs een aantal highlights in onze historie.

1908

Rederij Doeksen is op 1 juli 1908 opgericht door Gerrit Doeksen en zijn oudste zonen Jan en Daan. Ze verdienen de kosten met schelpen zuigen en zijn vooral op de Waddenzee onder Ameland te vinden met hun schip Willem Barentsz. Helaas vergaat het schip in 1911, maar de familie Doeksen laat zich niet kisten.

1912

In 1912 bestelt Doeksen een nieuwe schelpenzuiger, die – heel efficiënt – ook voor de scheepsberging ingezet kan worden. Het schip krijgt de toepasselijke naam ‘Volharding’. Op 1 november 1913 loopt de nieuwe boot de haven van Terschelling in. Terschelling is een berger rijker.

1923

Op 5 juli 1923 neemt Reederij Doeksen de Terschellinger Stoomboot Maatschappij (TSM) over. Vanaf dat moment onderhoudt Doeksen de bootdienst tussen Terschelling, Vlieland en Harlingen. De lijn Terschelling wordt uitgevoerd door o.a. raderboot Minister Kraus.

1931

De aanleg van de Afsluitdijk zorgt ervoor, dat de eilanden Terschelling en Vlieland beter bereikbaar worden voor een groter publiek. Het toerisme neemt toe en Doeksen besluit haar bergingssleper Holland I te voorzien van een luxe passagiersaccommodatie. Het schip kan een snelheid halen van 16 knopen (bijna 30 km/uur). We adverteren dan ook trots met “het snelste passagiersschip in harer klasse in Europa”.

1942

Snelheid is een belangrijk gegeven in de sleep- en bergingswereld. Wie het eerst arriveert bij een schip in nood, krijgt het contract. Met de inmiddels vergaarde kennis en ervaring laat Doeksen een nieuwe bergingsjager bouwen. Hiermee is scheepswerf J. Smit & Zoon te Foxhol ver gevorderd als WOII uitbreekt. De op 15 mei 1940 geplande tewaterlating wordt zo lang mogelijk uitgesteld. De Holland (II) is een voor die tijd revolutionair schip. Rank en snel en met een motorvermogen van bijna 4500 pk de sterkste sleepboot ter wereld! Maar de bezetter krijgt er lucht van en pikt het schip in, als het in 1942 af is. Varend voor de Duitse Kriegsmarine wordt het in 1943 bij Kopenhagen getorpedeerd.

1951

Om de sleepbootvloot weer op peil te brengen worden in 1947 plannen gemaakt voor het laten bouwen van een sleepboot/passagiersschip. Dit zal weer een Holland worden, de vierde met die naam. Het schip wordt gebouwd bij Ferus Smit in Foxhol en komt op 6 december 1951 voor het eerst in de thuishaven Terschelling. Voor een bergingssleepboot is snelheid een eerste vereiste en met een snelheid van 17 mijl is ze haar concurrenten veruit de baas. Ook het motorvermogen mag er wezen: 3000 pk! In de zomermaanden assisteert de Holland ook bij de passagiersdienst, dat zal tot 1971 het geval blijven. Van 1975 tot 1998 huurt Rijkswaterstaat het schip voor metingen op de Noordzee. Sinds 2000 is de Holland in goede handen bij de Stichting Zeesleepboot Holland, die het schip weer geheel in oude luister heeft hersteld.

1956

In 1956 komt het MS Friesland (I) in de vaart. Gebouwd op jachtwerf "Alphen" van P. de Vries Lentsch in opdracht van Doeksen en op dat moment het grootste passagiersschip van onze vloot. Waren op de Noord-Nederland (I) en Schellingerland (I) nog stokers nodig, nu niet meer want de Friesland is een motorschip. Nadat men op de Holland goede ervaringen heeft opgedaan met radar, wordt in december 1957 ook dit schip als eerste voorzien van deze nieuwe techniek. Het schip vaart tot 1988 bij Doeksen op de lijn Terschelling.

1962

Tot 1962 moeten passagiers van en naar Vlieland heel vaak op de Vlieree (dus midden op zee!) overstappen. Dit zorgt voor oponthoud en bij slecht weer is het soms onmogelijk (de Vlielander boot vaart dan door naar Harlingen). Na 1962 kwam dit gelukkig niet meer voor. Rederij Doeksen laat MS Oost-Vlieland bouwen, die vanaf dat moment voor een rechtstreekse verbinding zorgt. Minder avontuur, maar méér comfort! Op de foto MS Oost-Vlieland in vol ornaat tijdens haar proefvaart in juni 1962.

1963

De winter van 1962-1963 is zo streng, dat de Waddenzee dicht vriest. Dit maakt het de schepen van Doeksen erg moeilijk de zo belangrijke veerverbinding tussen eilanden en buitenwereld te handhaven. Maar toch lukt dit. Omdat Harlingen onbereikbaar is, vaart de Vlieland van Vlieland via de Vlielander Ree naar Den Helder en op een gegeven moment zelfs helemaal naar IJmuiden. Vanaf de Ree varen de Vlieland en de Stortemelk II naar Terschelling. Spoedgevallen en post gaan per vliegtuig. Op de foto: Stortemelk II. 

1973

Eind jaren zestig bloeit het toerisme naar de eilanden. De overtocht duurt dan ca. 2 uur naar Terschelling en 1.45 uur naar Vlieland en Doeksen gaat op zoek naar een snelboot om de reistijd korter te maken. Na uitvoerig onderzoek en een aantal proefvaarten bestelt Doeksen een gloednieuwe catamaran van het type Westamaran 86 bij de Noorse snelvaarspecialist Westermoen Hydrofoil. Koegelwieck I wordt gemaakt van aluminium en voorzien van twee dieselmotoren, die zorgen voor een snelheid van 26 knopen (ca. 50 km/u). Op 12 oktober 1973 wordt het schip – als eerste catamaran in een Nederlandse veerdienst – officieel in de vaart genomen.

1974

Op 7 mei 1974 brengt prinses Beatrix, vergezeld door prins Claus, een bezoek aan Terschelling. De overtocht maken ze per gloednieuwe sneldienst Koegelwieck I.

1975

Op 2 juli 1974 koopt de Rederij de ro-ro veerboot Bayern (ex Rheinland) van A.G. Ems. De naam wordt Midsland. Op diezelfde dag wordt het schip door een Doeksen-bemanning overgevaren naar Terschelling. Ro-ro staat overigens voor “roll on roll off”, wat betekent dat auto’s aan de ene kant het schip op rijden en na aankomst aan de andere kant er weer afgaan.
Nadat de Midsland en ook de walvoorzieningen zijn aangepast voor de dienst tussen Harlingen en Terschelling komt het op 26 maart 1975 in de vaart. Nadat in 1983 de Schellingerland (IV) in de vaart gekomen is, komt de Midsland (I) beschikbaar voor de dienst op Vlieland, zodat ook naar dit eiland klaar ro-ro verkeer mogelijk wordt. In die dienst wordt de naam veranderd in Vlieland, alweer het derde schip met die naam

1975

Zolang Rederij Doeksen zich houdt met het slepen en bergen van schepen, zijn er marconisten in dienst. Zij luisteren het radioverkeer 24 uur per dag uit, op verschillende frequenties. Blijkt er een schip in nood te zijn, dan gaat de sleepboot er in volle vaart op af. De eerste reder die ter plekke is, krijgt vaak het bergingscontract. Onze laatste marconist stopt in 1975, omdat de Holland in dat jaar gaat varen voor Rijkswaterstaat. Op de foto oud-collega Henk van Brakel in de radiohut van de Holland, één van de laatste marconisten. Van Brakel zal als wal-kapitein nog vele jaren voor de Rederij werkzaam blijven.

2002

Op 9 augustus 2002 maakt de nieuwe vrachtboot MS Noord-Nederland (IV) haar eerste rit. Door de introductie van deze vrachtboot, kan vuile lading (GFT, destructiewagens, etc.) gescheiden worden vervoerd van de passagiers. Bovendien kan MS Noord-Nederland worden ingezet als extra auto-boot. Leuk detail: het is het eerste schip van onze vloot waarbij tijdens de kielleggingsceremonie een Euro-muntstuk (voor voorspoed) wordt geplaatst. MS Noord-Nederland kan meer lading vervoeren dan haar eigen gewicht en is de allereerste roll on roll off-vrachtcatamaran in Europa.

2008

Op 8 november 2008, in het jaar dat Rederij Doeksen haar honderdjarige bestaan viert, behaagt het Koningin Beatrix onze Holdingmaatschappij het predicaat ‘Koninklijk’ te verlenen. Vanaf dat moment is er sprake van Koninklijke Doeksen. Een grote eer!

2020

Vrijdag 3 juli 2020: de eerste dienstreis van ms Willem Barentsz. Door de vele duurzame en innovatieve kenmerken betekent een reis met deze 'groene' boot een aanzienlijke vermindering in uitstoot. 

2021

Op 30 december 2020 maakt de Willem de Vlamingh de eerste vrachtreis en een maand later, op dinsdag 26 januari 2021 wordt deze tweede, groene LNG-catamaran van Rederij Doeksen officieel in de passagiersdienst ingezet.